Stichting Monument Woeste Hoeve
Er is over dit slachtoffer weinig bekend.
Hoogstwaarschijnlijk zat hij opgesloten in de Oxerhof in Colmschate. Andere gevangenen wisten van zijn aanwezigheid in de Oxerhof, maar verder niets.
Het enige wat we van hem weten is zijn signalement, dat in 1945 is opgemaakt bij de opgraving op Heidehof.
Het signalement is: lengte 1m73, donkerblond lang haar, een gaaf gebit, grijs windjack met harmonikazakken, rode sjaal, rode wollen slipover, leren riem, lage zwarte schoenen maat 42, tricot shirt, een gouden zegelring zonder inscriptie.
Tot op heden is zijn identificatie nog geen stap verder gekomen.
In 1982 is hij vanuit Heidehof herbegraven op het Ereveld in Loenen als Onbekende Nederlander.
Nieuwe informatie kwam echter voor "de onbekende van Woeste Hoeve" in 2024 beschikbaar voor deze website.
Sinds de DNA-identificatie van de Poolse jachtvlieger Czeslaw Oberdak in 2008 heeft het onderzoek naar het laatste onbekende slachtoffer van de fusillades te Woeste Hoeve niet stilgestaan. Maar tot een doorbraak kwam het helaas nog niet.
Dossierhouder kapitein Geert Jonker, commandant van de Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL), heeft, naast uitvoerig historisch onderzoek ook gebruik weten te maken van moderne forensische technieken. Zo is aan de hand van stabiele isotopenonderzoek aan de stoffelijke resten vastgesteld dat het onbekende slachtoffer, dat als nummer 51 van de 117 werd doodgeschoten, zijn jeugd en jongvolwassenheid moet hebben doorgebracht buiten Nederland. Als meest aannemelijke geografische regio van afkomst kan worden uitgegaan van het gebied ten zuiden van München, dan wel Oostenrijk.
Dit zou verklaren waarom er na de bevrijding, net als bij Oberdak, geen navraag naar hem werd gedaan bij de Nederlandse autoriteiten. En er ook niet gereageerd werd op oproepen van de Apeldoornse recherche in de landelijke dagbladen. Een duidelijke overeenkomst met de Poolse jachtvlieger, en vrijwel zeker de reden waarom juist deze twee nooit werden geïdentificeerd.
Gelet op zijn afkomst is het niet ondenkbaar dat ‘nummer 51’ een Duitse deserteur was. Na de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem in september 1944 werd op grote schaal uit het Duitse leger gedeserteerd. Individueel of in groepen trokken ze plunderend, soms zelfs moordend over de Veluwe, opgejaagd door Sipo, Feldgendarmerie en Landwacht. Arrestatie eindigde steevast in oplegging van de doodstraf door het SS- und Polizeigericht, dan wel in een standrechtelijke executie ter plekke.
Vast staat dat de onbekende jongeman van 20 tot 25 jaar oud, gekleed in een grijs windjack en rode spencer, deel uitmaakte van de groep van eenentwintig die werd aangevoerd vanuit de cellenbarak van de SD-hulpgevangenis op het landgoed Oxerhof te Colmschate, ten zuiden van Deventer. Van Oxerhof is bekend dat er sinds september 1944 veel Duitse deserteurs opgesloten zaten, waarvan enkelen er zelfs middels ophanging zijn geëxecuteerd. Indien ‘nummer 51’ inderdaad een Duitse deserteur was, is de kans op een toekomstige identificatie klein. Duitse deserteurs waarvan de identiteit bekend was en de Nederlandse autoriteiten na de bevrijding om opsporing verzochten, konden tot nu toe van het onderzoek worden uitgesloten.
terug